Doel

Deelnemers leren in dit verkorte traject snel omgaan met de taal C#. Er wordt aandacht besteed aan de basisprincipes van het .NET framework en de programmeeromgeving van .NET, maar de nadruk ligt op de object oriented mogelijkheden van C#.

Achtergronden:

• inleiding C#
• overzicht van het .NET framework
• overzicht editor
• het Common Type System
• de Common Language Runtime.

Forms en controls:

• buttons, labels en text boxes
• radio buttons en check boxes
• specifieke form properties
• standaarddialogen
• zelfgemaakte dialogen
• menu's
• toolbars
• ListViews.

C#-syntax:

• variabelen en operatoren
• beslissingen en lussen
• subs en functies
• scope van variabelen
• objects en instances
• arrays
• enumerated types
• structures
• collection syntax.

Het .NET framework:

• opslaan van instellingen
• kleuren en fonts instellen
• de ToString methode
• files lezen en opslaan.

Object oriented programming:

• exceptions en exception handling
• function overloading
• classes en encapsulation
• methods en property procedures
• constructors en destructors
• namespaces
• static en readonly members
• inheritance
• abstract en sealed classes
• virutal methods
• interfaces en polymorfisme
• events en delegates
• dynamic event handlers
• advanced topics.