Aan de orde komen de hoofd concepten en terminologie van het .NET Framework, zoals de common language runtime, het common type system, base class libraries, assemblies, en delegates. Ruime aandacht wordt besteed aan het programmeren voor .NET met C#. Hierbij komen de verschillende applicatie typen in .NET aan bod.

Eveneens wordt het creeren van types, componenten en classes in .NET behandeld en wordt aandacht besteed aan het schrijven naar en het lezen van streams. Ook memory management en het omgaan met events en resources komen aan de orde en ook het uitrollen en debuggen van .NET applicaties staat op het programma. Tenslotte wordt aandacht besteed aan Web Services en .NET remoting. Let op; er wordt uitgegaan van .NET Framework 1.1.

Doelgroep

Ontwikkelaars die Visual C# willen gebruiken voor het maken van .NET applicaties.

Voorkennis

Voor deelname is ervaring met de Java, Delphi of C programmeer taal en enige kennis van C# vereist. De MS2124, Introduction to C# Programming for the Microsoft .NET Platform, is een goede voorbereiding.

Dag 1

• .NET platform
• Elements of the .NET Framework
• Application types
• Common Language Runtime
• Windows Forms-based applications
• ASP .NET-based applications

Dag 2

• Create components
• Deployment in .NET
• Versioning features in .NET
• Deploying multiple versions of components
• Common Type System architecture

Dag 3

• Create, use and extend types
• Create and use classes and interfaces
• Base class library
• Strings and arrays
• Collections and enumerators

Dag 4

• Delegates and events
• Event sender and event receiver objects
• Controlling memory
• Managing resources
• Reading and writing data streams and files

Dag 5

• Serialize and deserialize an object graph
• Using Internet resources
• System.Net namespace classes
• Web Services
• Object Remoting