Theorie:

Spannen en spanmethoden

3-2-1 methode voor 2- en 3-dimensionale werkstukken

De risico's van over- of onderbepaaldheid bij het spannen

Opzetten van een opspanning rekening houdend met werkstuk, machine, verspaningsgereedschappen en spanmiddelen

Beoordelen van de gegevens die nodig zijn om een goede opspanning te kunnen maken

Verschillende soorten opspanningen en spanmiddelen

Het gebruik van universele, modulaire, centrerende en speciale (productgebonden) spanmiddelen

Het aanpassen van werkstukken en inrichten van machinetafels om het aantal opspanningen tot een minimum te beperken

Praktijk:

Het maken van opspanningen met behulp van universele en modulaire spanmiddelen voor zowel draai- als freesproducten

Het zichtbaar maken van doorbuigingen en het reduceren van vervormingen en trillingen in de gemaakte opspanningen